De zin van Taijiquan als vechtkunst
linked infacebook

Mijn vriend Jakob Sonnenberg trainde 1,5 jaar bij Prof. Lin Jianhua als privé leerling in huis en leerde van hem xingyiquan en baguazhang. Jakob en ik hebben onze ervaringen uitgewisseld en van hem heb ik veel geleerd van Xingyiquan. Jakob vertelde me indertijd dat de Chinezen de interne martiale kunsten als volgt karakteriseren:
• Baguazhang: the ultimate of movement;
• Xingyiquan: the ultimate of power;
• Taijiquan: the ultimate of fighting.

 

De critici zullen denken: ‘Taijiquan the ultimate of fighting’? Hoe kan dat nu? Taijiquan is toch gymnastiek voor bejaarden? De bewegingen worden zo traag uitgevoerd dat deze nooit enige betekenis kunnen hebben in een reëel gevecht dat op snelheid wordt uitgevoerd. In dit artikel hoop ik aan te tonen dat Taijiquan wel degelijk een effectieve vechtkunst is.

 

Om maar direct in te gaan op het hierboven geschetste beeld: Taijiquan is niet alleen bedoeld voor ouderen maar voor alle leeftijdsgroepen. De bewegingen in Taijiquan worden inderdaad in het begin vaak langzaam uitgevoerd. Behalve de toegevoegde waarde hiervan voor de gezondheid heeft dit als doel dat de bewegingen heel precies worden aangeleerd. Toen ik zelf actief karate beoefende, waarbij de technieken in principe snel worden uitgevoerd, trainden we de bewegingen ook vaak langzaam. Door de bewegingen langzaam uit te voeren kon ik mijn techniek verbeteren door kleine balans verstoringen te corrigeren, te zorgen dat mijn hele lichaam op de juiste manier samen werkte om de techniek uit te voeren, door onnodige spanningen weg te nemen enz. Veel trainers maken gebruik van deze methode om technieken te perfectioneren. Als karate leraar heb ik deze methode ook vaak gebruikt. Overigens worden de bewegingen in Taijiquan niet altijd langzaam uitgevoerd. In Taijiquan bestaan veel snelle vormen. De snelle vormen worden echter minder beoefend en worden in het algemeen pas later aangeleerd, nadat de Taiijiquan beoefenaar een zekere basis heeft. Ook de partner vormen binnen het Taijiquan, zoals San Shou en Dalu, kunnen op snelheid worden uitgevoerd, maar ook deze zijn minder bekend en worden weinig beoefend.

 

Als Taijiquan op snelheid wordt uitgevoerd zijn de technieken vaak sneller dan bij andere vechtkunsten. Dit principe wordt vaak ‘later vertrekken en eerder aankomen’ genoemd. Meester William Chen ging hier vaak op in tijdens zijn lessen. Hij legde daarbij de nadruk op ontspanning. Hierdoor kun je een grotere versnelling behalen, omdat je lichaam bij de start van je techniek niet hard, stijf of onnodig gespannen is. Kracht is massa maal versnelling. In de natuurkunde wordt dit berekend volgens de tweede wet van Newton met de formule: F = M x A. Hierin staat F voor kracht (Force), M voor Massa en A voor Acceleratie of versnelling. Aangezien de versnelling groter is door een ontspannen houding bij de start worden de technieken dus krachtiger. De effectiviteit wordt nog meer vergroot door een goede houding en verbinding. Met verbinding bedoel ik hier zowel de verbinding met de aarde (‘rooting’) als de verbinding met je tegenstander. Daarnaast worden de technieken uiteraard sneller omdat de versnelling groter is.
De snelheid van de technieken is vaak nóg groter omdat de technieken korter worden uitgevoerd. De afgelegde weg van de technieken is daardoor kleiner en dus is er minder tijd nodig om een techniek uit te voeren. Denk hierbij aan een zero of five inch punch. Dat de technieken korter worden uitgevoerd gaat overigens niet ten koste van de kracht van de technieken. Dit komt doordat bij Taijiquan (en ook bij andere interne vechtkunsten) de energie voor de techniek vooraf al beschikbaar is en niet wordt ontwikkeld gedurende de beweging. Aangezien er ook geen tijd hoeft te worden verloren met het ontwikkelen van de benodigde energie bij de uitvoering kan de techniek dus sneller worden uitgevoerd.

 

De effectiviteit van de technieken kan vervolgens nog worden verbeterd door gebruik te maken van principes vanuit Dim-Mak of Kyusho Jutsu. Hierbij worden drukpunten op het lichaam aangevallen met de juiste techniek onder de juiste hoek. Taijiquan is uiteraard niet de enige vechtkunst die gebruik maakt van drukpunten. Drukpunten kunnen en worden ook gebruikt bij veel externe vechtkunsten. Door het langzaam trainen van de beweging en het streven naar perfectie in de beweging is de Taijiquan beoefenaar echter wel goed voorbereid indien hij van drukpunten gebruik wil maken. Ook kan, net als bij andere vechtkunsten, gebruik worden gemaakt van klanken en de ademhaling om de effectiviteit van de technieken verder te verbeteren.

 

Op basis van bovenstaande kun je al concluderen dat Taijiquan zeer geschikt is als vechtkunst door de kracht, snelheid en perfectie waarmee Taijiquan technieken worden uitgevoerd. Dit is echter nog maar een tipje van de sluier van de waarde van Taijiquan als vechtkunst. Voor mij persoonlijk zit een groot deel van de waarde van Taijiquan als vechtkunst door de sensitiviteit die wordt ontwikkeld, met daarbij ook het leren ‘kleven’, zoals dat wordt aangeleerd in ‘duwende handen’ of ‘pushing hands’ en het gebruik van Yin en Yang. Door het oefenen van ‘pushing hands’ ontwikkel je een bepaalde sensitiviteit waardoor je de intentie en bedoeling van je tegenstander al van te voren aan kunt voelen. Uiteraard is dit van onschatbare waarde in een gevecht. Je weet hierdoor immers al welke techniek of aanval je tegenstander in wil zetten waardoor je hier gemakkelijker op kunt anticiperen. Erle Montaigue benoemt dit in zijn lessen en video’s als: ‘stick to him and don’t let go’. Als Taijiquan beoefenaar probeer je in een gevecht zo snel mogelijk contact te maken met je tegenstander. Als dat contact eenmaal gemaakt is weet je vervolgens wat je tegenstander van plan is en kun je zijn aanvallen gemakkelijk pareren en zelf aanvallen, gebruik makend van de eerder genoemde korte technieken. Ook kun je, door het maken van de al eerder genoemde verbinding met je tegenstander, een willekeurig punt op of orgaan in diens lichaam aanvallen.

 

Het onderscheiden van Yin en Yang is bijvoorbeeld heel goed toepasbaar indien je tegenstander klem technieken gebruikt. Door zelf te ontspannen heeft de klem geen effect meer en kun je hier eenvoudig uit ontsnappen en een tegenaanval inzetten. Het transformeren van energie, waar Taijiquan eveneens gebruik van maakt, zorgt ervoor dat je zelf weinig energie hoeft te besteden aan het uitvoeren van de technieken. Veelal maak je gebruik van de energie van je tegenstander om zelf een techniek uit te voeren of je transformeert deze zodat deze tegen hemzelf gebruikt wordt. Hierdoor kost het uitvoeren van technieken weinig kracht en moeite en heb je hier ook niet zo’n enorme conditie voor nodig. Dit maakt Taijiquan uitermate geschikt bij een gevecht met een sterkere en zwaardere tegenstander.

 

Concluderend kan gesteld worden dat Taijiquan een effectieve vechtkunst is. Dat Taijiquan de meest ultieme of beste vechtkunst is zou ik niet willen beweren. Alle vechtkunsten die ik zelf bestudeerd en gezien heb, hebben een zekere waarde. Bovendien hangt veel af van de beoefenaar zelf, zijn leraar en trainingspartners. Als je traint bij een leraar met een beperkt niveau, ongeschikte trainingspartners hebt of je traint zelf te weinig dan zal het niveau van je vechtkunst navenant zijn. Taijiquan vind ik wel een bijzondere moeilijke vechtkunst om te leren. Van een externe vechtkunst als Karate of Taekwando zijn de eerste beginselen naar mijn mening makkelijker aan te leren en sneller toepasbaar in de praktijk. De belangrijkste variabele die bepaalt of jouw Taijiquan zin heeft als vechtkunst heb je zelf in de hand: besteed veel tijd aan trainen en studie! Of zoals Vince Morris altijd zei: ‘If you’re not spending time on your training, someone else out there is, and he is becoming better than you.’ Veel plezier met trainen!